10 gouden regels voor gebruik van lood accu's

OK, twaalf dan, maar 10 leest zo mooi weg.

1. Neem altijd een zekering op in een van de accukabels, en wel zeer dicht bij de accu (op 10-20 cm), dit i.v.m. kortsluiting. Wanneer je geen zekering hebt opgenomen in de accukabels zullen zeer grote stromen stromen bij kortsluiting wat mogelijk zelfs tot brand kan leiden.
2. Isoleer altijd de accu aansluitingen. Als je een keer een stuk metaal op laat vallen, b.v. gereedschap, en dit maakt contact met + en - pool, levert de accu enorm grote stromen, niet alleen heel slecht voor de accu, maar het levert een aardig stukje vuurwerk op! Weet je echt niets te verzinnen gebruik dan duct-tape of zo, of leg een plank over de accu polen.
3. Sluit eerst de laadregelaar en/of omvormer aan op de accukabels en daarna pas accukabels aan de accu, dit om eventuele kortsluiting te voorkomen als je het andersom doet.
4. Sla een accu altijd in geheel geladen toestand op. Doe dit bij voorkeur in een ruimte met een temperatuur van 20 graden Celsius. Een ontladen accu een tijdje laten staan, zeker als de temperatuur laag is, is funest voor de accu en luidt meestal het einde van de accu in. Laad de accu regelmatig bij tijdens de opslag om de zelfontlading te compenseren. Een accu mag best koud opgeslagen worden, als hij maar goed geladen blijft.
5. Zet als je meerdere accu's hebt, ze niet pal tegen elkaar aan. De accu('s) in het midden worden warmer en gaan sneller defect. Hou ze even koel door ze "lucht" (twee tot drie centimeter ruimte) te geven. Zet de accu's niet in een gesloten kist, de accu's kunnen warm worden wanneer grote stromen gaan lopen. Ventilatie is dan belangrijk.
6. Ontlaad een accu niet te snel. Hoe snel je een accu mag ontladen is per accutype verschillend maar hou als vuistregel aan: liever niet meer dan een vijfde van de accucapaciteit. Een accu van 100 Ah moet je liever niet ontladen met een stroom groter dan 100 Ah / 5 = 20 Ampère. Dit wordt de C/5 stroom genoemd. AGM accu's kan je overigens met veel grotere stromen ontladen. Een stroom gelijk aan de capaciteit van de accu is niet abnormaal. Dus 100 Ampère bij een accu van 100 Ah, maar doe dat niet te lang en te vaak achter elkaar.
7. Ontlaad een accu nooit tot hij helemaal "leeg" is, dat is funest voor een accu. Goede omvormers hebben altijd een beveiliging die een alarm geven bij een accuspanning van 11 Volt, en dan is het al beter om te stoppen, en zich uitschakelen bij een spanning van ongeveer 10,5 Volt (bij 12 Volt installaties, 21 Volt bij 24 Volt installaties). Hoe dieper je een accu ontlaad hoe korter de levensduur wordt.
8. Wanneer je accu's in serie of parallel plaatst neem dan altijd exact gelijke accu's die ook van dezelfde fabricagedatum zijn / gelijk aantal keren zijn geladen/ontladen.
9. Wanneer je een slechte accu moet vervangen die in serie en/of parallel staat aan een andere accu, verwissel dan altijd de complete accu set.
10. De levensduur van een accu wordt sterk beïnvloed door het aantal laadcycli (laden-ontladen-laden). Hoe dieper de accu wordt ontladen hoe korter de levensduur. Je kan een accu beter steeds een beetje ontladen en daarna weer opladen dan hem diep te ontladen. In onderstaande grafiek wordt de levensduur, het aantal laadcycli, afgezet tegen de diepte van ontlading (Engels: depth of discharge).

    

11. Gebruik een lader die geschikt is voor het type accu wat je gebruikt. Een goede acculader heeft ook een temperatuursensor die je op de minpool van de accu aansluit (sluit deze dus niet aan op de pluspool!). Let op: een lader voor natte accu's (de standaard lader die je overal koopt) is niet erg geschikt voor een AGM accu en zelfs funest voor een gel accu. Een gel accu heeft altijd een speciale acculader nodig!
12. Heb je accu's in serie staan, bijvoorbeeld twee accu's van 12 Volt omdat je omvormer 24 Volt spanning nodig heeft, sluit dan nooit 12 Volt apparatuur aan op één van die twee accu's! Je accu's worden dan ongelijk ontladen. Gebruik in zo'n geval altijd een 24V naar 12V dc-dc omvormer en sluit daar de 12V apparatuur op aan.